
Uitgelicht: Vita van Federale Verzekering
Bij Bankshopper.be informeren we je graag wanneer een financieel product hoge ogen gooit. Zo springen de…
Lees verderVeel spaarders vragen zich af hoeveel ze tijdens hun beroepscarrière opzij moeten zetten om hun levensstandaard te behouden tijdens hun pensioen. Dit is het antwoord.
Het is geen geheim dat wie later zonder financiële zorgen van zijn pensioen wil genieten niet gaat rondkomen met zijn wettelijk pensioen. Vraag blijft hoeveel we maandelijks moeten sparen voor een zorgeloos pensioen. Met welk bedrag kan de levensstandaard worden behouden na onze beroepscarrière? Het HR-bedrijf Mercer berekende dat we tot 85 keer ons nettomaandloon bijeen moeten sparen als we later geen financiële kopzorgen willen hebben.
Voor die berekening baseerde het HR-bedrijf zich op een doorsnee bediende van 35 jaar. Die verdient volgens het bedrijf ongeveer 2.000 euro netto per maand. Op de wettelijke pensioenleeftijd van 67 jaar zal deze doorsnee bediende, rekening houdend met de inflatie, een nettoloon ontvangen van 3.111 euro.
Mercer berekende dat de bediende uit het voorbeeld een pensioen zal hebben van 1.900 euro. Dat is 62 procent van zijn laatste nettoloon. Dit betekent dat de bediende zelf nog 38 procent bijeen gespaard moet hebben voor het einde van zijn beroepscarrière. Dat bedrag komt overeen met 264.435 euro ofwel 85 keer het nettomaandloon.
Er zijn uiteenlopende manieren om dat bedrag bijeen te sparen. Hoe snel iemand het benodigde bedrag bijeen gespaard, is afhankelijk van de gekozen spaarmethode. Wij sommen de voornaamste spaar-en beleggingsmethodes op.
Hoe dan ook is het aangeraden om zelf een pensioenspaarpotje aan te leggen voor later. Dat is onder meer mogelijk via de tweede pensioenpijler. Dat is het aanvullende bedrijfspensioen. De werkgever houdt in dat geval een deel van het loon in en investeert dat bedrag in een pensioenfonds. De wettelijke rendementsgarantie voor die fondsen bedraagt 1,75 procent. Zelfstandigen kunnen een extra pensioenspaarpotje aanleggen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ).
Via de derde pensioenpijler kan men zelf jaarlijks een bepaald bedrag opzijzetten. Het individueel pensioensparen wordt zelfs fiscaal aangemoedigd in ons land. Afhankelijk van het gekozen stelsel kan men maximaal 990 of 1270 euro sparen.
Pensioensparen kan via een pensioenspaarfonds of een pensioenspaarverzekering.
Tot slot is het mogelijk om via het spaarboekje of andere spaar-of beleggingsformules geld opzij te zetten voor later. Dat kan bijvoorbeeld via het spaarboekje, een belegging of een tak21-verzekering. Wie kiest voor een traditioneel spaarboekje moet tevreden zijn met een rendement van 0,11 procent.
Wie kiest voor een tak21-verzekering kan het potentieel rendement gevoelig opkrikken. Met een netto rendement van 2,30% was Vita Pensioen van Federale Verzekering de best presterende tak-21 verzekering in 2019.